De Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO), het dochterbedrijf van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Noord- en Zuid-Amerika, heeft onlangs haar Rapport over tabakscontrole voor de regio Noord- en Zuid-Amerika 2022. De WHO onderkent hiermee opnieuw niet de rol die vapen kan spelen bij het verminderen van de schade die roken veroorzaakt. 

In de bijna 150 pagina's van het rapport wijdt de WHO een heel hoofdstuk aan wat zij "nieuwe en opkomende nicotine- en tabaksproducten" noemt, waarin zij reeds ontkrachte mythes over vapen herhaalt. Het rapport suggereert dat de opkomst en popularisering van elektronische nicotine-afgiftesystemen (ENDS) de oorzaak zijn van het feit dat "tabaksbestrijding een prioriteit en een uitdaging blijft". Als de WHO zich echt zorgen maakt over het beheersen van tabaksgebruik en het helpen van rokers om te stoppen met roken, moet zij stoppen met het criminaliseren van vaping-apparaten en het gebruik ervan als hulpmiddel bij het stoppen met roken promoten. Zoals getuigenissen van ex-rokende vapers over de hele wereld bewijzen, zijn deze apparaten onderdeel van de oplossing, niet de reden waarom roken een probleem voor de volksgezondheid blijft.

Verder manipuleert de WHO door het discours van voorstanders van vapen aan te vallen door te beweren dat ’ Termen zoals 'verminderde schade' of 'verminderd risico' verwarren mensen vaak en geven een vals gevoel van veiligheid in omstandigheden waarin er geen wetenschappelijk bewijs is dat de consumptie van zogenaamde 'verminderde schade'-producten veilig is voor de gezondheid. Geen enkele voorstander van vapen beweert dat vapen volledig risicoloos is en dat we het moeten doen, ongeacht de gevolgen. Het punt – dat de WHO niet lijkt te begrijpen – is dat wetenschappelijk bewezen is dat vapen veel minder schadelijk is dan roken, dus de term 'tabakschadevermindering' is volkomen terecht. Hoezeer de WHO het ook probeert te diskwalificeren.

Alsof dit nog niet genoeg is, gaat de WHO nog een stap verder en durft ENDS de status van nuttig hulpmiddel bij het stoppen met roken te ontzeggen. Ze rechtvaardigt dit door uit te leggen dat "deze producten zo zijn ontworpen dat de blootstelling aan nicotineconcentraties exponentieel wordt verlaagd gedurende een bepaalde periode (...), maar dat ze minder streng worden gecontroleerd door nationale autoriteiten en daarom niet dezelfde mate van kwaliteitsborging genieten als goedgekeurde nicotinevervangende middelen". Dit klopt niet. Zoals de naam al doet vermoeden, zijn de apparaten ontworpen om nicotine veilig te consumeren, niet per se om nicotineconsumptie te elimineren. Bovendien heeft nicotine slechts geringe gezondheidseffecten en vormt het geen probleem bij andere nicotinevervangende middelen, zoals nicotinekauwgom of nicotinepleisters. Waarom zou het dan wel een probleem zijn bij vapen?

Stoppen met roken is een zeer moeilijke opgave, en het wordt nog moeilijker als het zonder hulp gebeurt. Shocktherapie werkt vaak niet, en we kunnen van veel rokers niet verwachten dat ze van de ene op de andere dag door wilskracht stoppen met roken. We weten dat ze ontwenningsverschijnselen zullen ervaren wanneer ze proberen te stoppen, en als ze daar niet overheen komen, zullen ze weer naar sigaretten grijpen. Waarom zouden we hen niet helpen door hen een veiligere en effectieve manier te bieden om te stoppen met roken? Vapen is minder schadelijk dan roken en is de meest effectieve methode om te stoppen. Gezondheidsinstanties zouden moeten stoppen met denken dat rokers slechts twee opties hebben: stoppen of sterven. In plaats daarvan zouden ze schadebeperking in het algemeen en vapen als hulpmiddel bij het stoppen met roken in het bijzonder moeten promoten.