De afgelopen jaren hebben we grote successen geboekt bij het wereldwijd terugdringen van het aantal rokers, vooral in landen waar rokers veel alternatieven hadden. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld adviseerde Public Health England, een agentschap van het Ministerie van Volksgezondheid, rokers actief om over te stappen op e-sigaretten. Dit maakte de invoering van zeer vooruitstrevende kaders voor vapen mogelijk. Dankzij dit beleid heeft het Verenigd Koninkrijk veel betere resultaten geboekt bij het terugdringen van roken dan landen met strengere regels.
In het Verenigd Koninkrijk is het aantal rokers sinds 2013 (toen vapen populair werd) met 25% gedaald. In Australië daarentegen, een land met een van de strengste regelgevingen ter wereld, daalde het aantal rokers in dezelfde periode met slechts 8%. Door de open houding ten opzichte van snus, een vorm van rookloze tabak, heeft Zweden het laagste percentage rokers onder volwassenen in de ontwikkelde wereld, met slechts 7% (terwijl het elders in de Europese Unie verboden blijft). Dit resulteert in een lager aantal door roken veroorzaakte ziekten. Noorwegen boekte een vergelijkbaar succes dankzij de soepele aanpak van snusregelgeving.
In plaats van de dalende aantallen rokers en het sterk verminderde aantal sterfgevallen te vieren, zijn veel overheden, volksgezondheidsinstanties en antirookactivisten op jacht gegaan naar nieuwe vijanden. Ze besloten nicotine als zondebok te gebruiken, en als gevolg daarvan veranderde de strijd tegen roken geleidelijk in een strijd tegen nicotine. Zo'n aanpak heeft ernstige gevolgen: minder mensen stappen over op minder schadelijke alternatieven.
Het is tijd om de oorlog tegen nicotine te beëindigen. Hier zijn zes belangrijke redenen waarom.